Welkom in onze prachtige hoteltuin van ruim 18 hectare. Deze tuin bestaat uit verschillende gebieden met ieder zijn eigen kenmerkende soorten. U bent van harte welkom in onze tuin met uw hond, mits deze aangelijnd is. Dit om het loslopende wild te beschermen en het voor onze gasten een veilige omgeving te houden. Tevens is er opruimplicht, zodat de tuin een heerlijke schone plek blijft. U vindt speciale zakjes voor hondenpoep bij de boomgaard naast het sportveld en bij de hoofdingang aan de linkerkant bij het bos. Blijft u alstublieft op de paden, naast de paden kunnen kwetsbare planten groeien en er leven dieren die dan gestoord worden in hun leefomgeving.
U kunt een mooie rondwandeling maken door de tuin. De QR-codes en nummers op de paaltjes voorzien u van meer informatie per onderdeel van de tuin. U leest wat over het gebied, welke planten er groeien en welke dieren er leven.
Wij wensen u een aangename wandeling!
Stinzenplant is een in Nederland en Duitsland gangbare benaming voor een groep planten die van oorsprong in een regio alleen als ingevoerde sierplantensoort voorkwam in landgoederen, boerenhoven, pastorietuinen en dergelijke, en zich daar handhaafden of verwilderd zijn.
U kunt in het vroege voorjaar en zomer in deze weide o.a. hondstand, holwortel, narcissen, bosanemonen, penningkruid, krokussen, bosaardbei, kievietsbloem, gevlekt longkruid, blauwe druifjes en vingerhoedskruid vinden. Stinzenplanten zijn een belangrijke bron van voedsel voor honingbijen en solitaire bijen omdat het vaak vroeg bloeiende soorten zijn.
In de herfst schieten er allerlei paddestoelen uit de grond zoals de vliegenzwam, kastanjeboleten en eekhoorntjesbrood.
Langs dit slingerende paadje vind u boom,- en struikhazelaars. Ook staan er krentenboompjes, appelblad, schijnhulst en boerenjasmijn. De hazelaar valt in de winter al op door de bloeiende katjes. Het is de eerste soort uit onze wilde flora die in het jaar begint te bloeien. Boven de mannelijke katjes (lange sliertjes) zitten de vrouwelijke bloemen (hele kleine rode bloempjes). Deze groeien uiteindelijk uit naar de welbekende hazelnoten.
Deze hazelnoten worden niet alleen gegeten door mensen, maar eekhoorns zijn er dol op. Ook gaaien en muizen eten graag deze voedingsrijke noten. De noten zijn voor meerdere dieren een belangrijke voedselbron voor de winter. Als u uw ogen goed de kost geeft is de kans groot dat u verrast wordt door een eekhoorn. Het is tevens een favoriete plek voor de grote bonte specht. Vergeet dus vooral niet omhoog te kijken hier!
Bodembedekkers van dit hazelaar paadje zijn planten zoals schuimkaars, bekervaren, glansschildvarens, tongvarens, kleine maagdenpalm, gevlekte dovenetel, sierbraam, geraniums en lievevrouwebedstro.
In deze boomgaard met hoogstamfruit staan verschillende appel, peer en pruim soorten zoals: goudreinette, ecolette, rode boskoop, topaz en meer. Er staan ook gieser wildeman peren en pruimen zoals de blauwe opal en de groene reine claude.
Tussen de bomen en rondom de boomgaard hebben we een speciaal akkermengsel ingezaaid met wilde bloemen. U vindt er soorten zoals madeliefjes, klein streepzaad, hopklaver, reigersbek, vertakte leeuwentand, boterbloem, grote centaurie en beemdkroon. Dit trekt allerlei insecten aan, maar vooral ook de bestuivers die we nodig hebben voor het bestuiven van de fruitbomen. Onze bijen op het terrein helpen graag een handje mee. De boom bloeit afhankelijk van het ras gemiddeld van half april tot eind mei.
Naast de boomgaard vind u water dat grenst aan de akker. In de zomer komen hier regelmatig zwaluwen aanvliegen om te drinken. Ook de kievit is hier in het voorjaar soms te vinden. Hij voelt zich thuis in weilanden en bloemrijk grasland. In 2021 hebben we zelfs jonge kieviten in de tuin gehad. Heel bijzonder!
In deze natuurlijk aangelegde speeltuin is een zandbak, een wilgenfort, een mini doolhof en andere natuurlijke elementen.
Zoals een boom om overheen te klauteren en een wilgenpaadje waar je je in kunt verstoppen. Het leukst is eigenlijk als je je schoenen uittrekt en op je blote voeten op ontdekking uitgaat. Laat je fantasie de vrije loop en je ouders lekker op het terras!
Welkom in onze hotel moestuin. Een prachtige plek waar wij een ruim assortiment aan groenten, bloemen en kruiden kweken. De strak vormgegeven vakken, die wat weg hebben van een historische moestuin zijn omgeven door borders met allerlei bessenstruiken en kruiden. Deze kruiden worden niet alleen gebruikt in de keuken, maar zijn ook een plek voor bijen, vlinders en andere insecten. En zo helpen zij op hun beurt weer bij de bestuiving van onze gewassen. Onze koks kunt u dagelijks vinden in de moestuin om de lekkerste gerechten op uw bord te toveren. Samen met het tuinteam beslissen zij wat er geteeld wordt. Het tuinteam zorgt ervoor dat de moestuin oogstklaar is voor de keuken.
Chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken wij niet. We maken bij het telen van de groenten, kruiden en bloemen zoveel mogelijk gebruik van natuurlijke processen. Zo telen wij met vruchtwisseling. Groenten worden opgedeeld in gewasgroepen die één keer per 5-6 jaar op dezelfde plek komen te staan. Hierdoor wordt het risico op ziektes en plagen minder groot. Ook brengen we jaarlijks een laag organische compost op om de voeding in de bodem te verbeteren. Een gezond bodemleven is de basis voor een gezonde moestuin.
Geef uw ogen de kost in deze prachtige tuin en geniet van Valk versheid op uw bord!
Bij het achterterras naast de fitness en het zwembad treft u een aangelegde bloeiende border aan. In het late voorjaar en zomer een ware kleurenpracht.
De Engelse tuin verschilt volledig van zijn tegenhanger, de Franse tuin. Men stapte af van het idee dat de natuur beheerst moest worden door de mens. De Engelse tuinen werden aangelegd zonder symmetrie en evenwicht. Een Engelse tuin heeft meer glooiende lijnen, is meanderend en bevat wat verwilderde soorten. Franse tuinen zijn aangelegd met veel strakkere lijnen. In deze border treft u soorten aan zoals vlinderplantenstruiken, kattenkruid, verschillende siergrassen, anemonen, asters, weigelia, virginische ereprijs, struikspirea en phlox.
De border is de moeite waard om te bekijken, neem even de tijd en u zult versteld staan van de prachtige vlinders en andere insecten. In de herfst en wintermaanden zijn de siergrassen ook erg mooi.
Over het gehele terrein vindt u groots aangelegde wilde bloemenweides. Deze zijn ingezaaid met meerjarige wilde mengsels. Er groeit een grote verscheidenheid aan wilde inheemse bloemen zoals wilde peen, korenbloem, wikke, duizendblad, rolklaver, ossetong, margriet, boterbloem, koekoeksbloemen, kaasjeskruid, teunisbloem, honingklaver, kamille, vingerhoedskruid en nog veel meer.
Vanaf 2022 zullen we beginnen met gefaseerd maaibeheer. Voor insecten zijn bloemen erg belangrijk als voedselplant en/of waardplant (plant waarop de larven van de insecten leven en zich voeden). Bovendien zitten in het maaiseizoen de planten vol met eieren, rupsen en poppen. Als alles wordt weggemaaid, zijn zowel de bloemen als veel insecten verdwenen. Bij gefaseerd maaien wordt niet alles afgemaaid, maar blijft een deel ongemaaid. Het ongemaaide deel kan bij een latere maaibeurt alsnog gemaaid worden, terwijl dan een ander deel van de oppervlakte ongemaaid blijft. Het idee hierachter is dat er op deze manier ook na een maaibeurt voedsel en schuilmogelijkheden overblijven voor kleine dieren in de vegetatie.
Bijvoorbeeld solitaire bijen hebben een kleine actieradius. Zij zijn gebonden aan een nestelplaats, die zij gedurende hun leven dat twee à drie weken duurt moeten voorzien van voldoende voedsel voor hun nageslacht. De bloemen waaruit zij dit voedsel halen moeten binnen een bepaalde afstand (afhankelijk van de soort maximaal enkele honderden meters) van hun nest liggen. Wanneer deze voedselbron wegvalt als gevolg van een maaibeurt, moeten er uitwijkmogelijkheden zijn om elders voedsel te zoeken. Als deze er niet zijn, kan de bij haar nest niet afmaken en heeft zij geen nageslacht.
In de vijvers groeien diverse waterplanten zoals de gele lis, lisdodde en riet. Ook zijn alle oeverranden ingezaaid met speciale bloemenmengsels.
Er zwemmen meerkoeten, waterhoentjes en eenden door de sloten en vijvers. Hier hebben we ook speciale broedmanden voor neergezet.
Ziet u de rode trekker staan op een bult? Dat is niet zomaar een bult, deze is speciaal aangelegd in de hoop dat oeverzwaluwen zich zullen vestigen in de wand. Waarschijnlijk is dat een mooie droom, maar de ijsvogel bouwt ook zijn nest in zanderige oeverwallen. Hij graaft hier een nest in uit. Een boom of struik vlak in de buurt stellen de vogels ook op prijs. Deze bieden beschutting en dienen als uitvalsbasis bij het vissen. Ze zitten dan vaak stil op een laaghangende tak boven het water te loeren naar visjes. Als u heel erg veel geluk heeft dan is de ijsvogel zichtbaar. Hij vliegt regelmatig door onze tuin, maar is lastig te spotten. Ziet u een blauwe flits voorbijkomen in uw ooghoek? Dan heeft u hem gezien. Een prachtig moment.
We hebben naast onze akker met kruidenrijk grasland een bloemenlint aangelegd. Dit doen we om onze bijen van meer voeding te voorzien en het insectenleven in de tuin te verbeteren. Het mooie van een wild bloemenlint is natuurlijk dat niet alleen dier, maar ook de mens er plezier van heeft. Om een stapje extra te zetten maken we achter de takkenwal een flinke rij met zonnebloemen voor een heerlijk zomers effect. U waant zich zo in Frankrijk. In het bloemenmengsel zijn onder andere vroege bloeiers zoals phacaelia en koekruid. Ze worden opgevolgd door koriander, goudsbloem, dille en korenbloem. Cosmea zorgt voor een zeer langdurige bloei tot diep in het najaar.
Houtwallen, takkenwallen en singels hebben ook een ecologische functie. Voor veel planten en dieren vormen ze een netwerk van verbindingswegen in een landschap of tussen natuurgebieden. Het bied beschutting voor veel verschillende dieren, inclusief nest gelegenheid. Soorten zoals kikkers, padden, salamanders en insecten voelen zich er bijzonder thuis. We maken deze takkenwal van materialen uit eigen tuin. Zeer goed voor de biodiversiteit.
De groene specht is een vogel die u hier kunt vinden. Hij eet voornamelijk mieren. Dit doet hij door op de grond te scharrelen. Met zijn 10 centimeter lange tong boort hij in de grond op zoek naar mieren en mierenlarven. Omdat zijn tong plakkerig is krijgt hij ze makkelijk te pakken!
Welkom bij onze kippenweide. Hier lopen onze kippen heerlijk te scharrelen.
De kippen krijgen iedere dag vers voer, zogenaamd scharrellegmeel. Ze lopen bijna de hele dag buiten (tussen 10.00 en 22.00 uur) en scharrelen daar ook naar insecten, wormen en lekkere jonge plantjes. Ook eten ze kleine steentjes. Dit hebben ze nodig voor de vertering van hun voedsel. Wat een kip gedurende de dag eet verzamelt hij in zijn krop. Onderaan de nek van de kip hoopt het voer zich op tot een kleine bal. Die wordt verteerd met behulp van de steentjes (die vermalen het voer). Omdat onze kippen buiten lopen kunnen zij zich goed verzorgen. Niet alleen qua extra voedsel, maar ze nemen ook erg graag een zandbad. Zo wassen ze zich en voorkomen ze parasieten op hun huid.
Een kip legt één ei per ongeveer 27 uur. Ze leggen meestal in de ochtend een ei.
In onze speciale kipcaravan wonen ongeveer 240 kippen. De caravan is helemaal zelfvoorzienend qua elektriciteit door de zonnepanelen op het dak. Het water uit de dakgoot wordt gebuikt voor een watertank buiten de caravan. Hier kunnen de kippen drinken als ze buiten lopen. Binnen bevinden zich voersilo’s, water, legnesten en stokken waar ze op kunnen slapen. Het zijn alleen maar dames. Er is geen haan. Zou die er wel zijn dan was hij absoluut de baas. Maar hij zou ook de eieren bevruchten en dat is wat we nu net niet willen. We willen geen kuikentjes, maar eieren voor consumptie. Zodat u, als onze gast, elke dag kunt genieten van een vers eitje bij het ontbijt. Thuis genieten van een vers scharreleitje? U kunt ze bij de receptie kopen in een doosje van 6 of 10 stuks.
In deze varkensweide lopen 4 jonge varkens. De zogenaamde ‘Bonte Bentheimer’
Het Bonte Bentheimer varken is bekend sinds halverwege de 19e eeuw. De Bonte Bentheimer is een ras dat het behouden waard is vanwege de goede vleeskwaliteit, zijn robuustheid, zijn vitaliteit, zijn vriendelijkheid en de goede moedereigenschappen.
Begin 1800 was men in Noord Duitsland niet langer tevreden over de prestaties van de toenmalige huisvarkens. Door de opkomende industrie werd de vraag naar vette varkens groter. De toenmalige huisvarkens waren te mager om aan die vraag te kunnen voldoen. Daarom begon men rond 1840 het zogenaamde Marschschwein, een variant van het Europese landvarken, in te kruisen met Berkshire- en Cornwall- beren uit Engeland. De gebieden rond Bentheim, Cloppenburg en Wettringen kunnen als oorsprongsgebied van de Bonte Bentheimer worden gezien. Hier werden de uit de kruisingen voortkomende gevlekte biggen met loboren gebruikt om mee verder te fokken.
Onze varkens kunnen rusten, schuilen en slapen in de speciaal gebouwde schuilhut die we voorzien van heerlijk stro. Er is een modderpoel waar ze heerlijk in kunnen liggen. Wist u dat een varken kan verbranden in de zon? Ze ‘smeren’ zich in met modder als een natuurlijk zonnebrand. Ook wroeten ze erg graag in de grond en eten eigenlijk bijna alles. Ze zijn superslim en schoon. Ze zullen ook nooit hun eigen onderkomen bevuilen.
Van ons krijgen ze speciale varkensbrokken, die zijn afgestemd op hun voerbehoefte. Ze krijgen onbeperkt ruwvoer zoals hooi en soms wat mais. Ook voeren we ze gevallen eikels uit onze tuin. Dit geeft een extra lekkere smaak aan het vlees. Afval uit de hotelkeuken krijgen ze zeker niet. Het is niet toegestaan en ze kunnen er ziek van worden. We vragen u dan ook onze varkens niet te voeren.
Welkom in onze bijenstal
In deze stal wonen honingbijen. Ze vliegen over ons terrein op zoek naar stuifmeel en nectar. Onze bloemenweides zijn een goede bron van voedsel voor ze. Ze bezoeken ook veel andere planten en bomen op ons terrein. Zoals bloeiende wilgen of klimop. Onze imker woont in de buurt en zorgt goed voor ze. Wij voorzien de bijen van voedsel en als tegenprestatie ontvangen wij een deel van de honing. U vindt deze honing terug bij ons ontbijtbuffet.
Koningin
Het leven van een nieuwe koningin (ook wel moer genoemd) begint als bevrucht eitje. Het duurt daarna 16 dagen voordat een koningin is volgroeid. Een koningin kan maximaal zo’n 2000 eitjes per dag leggen. Er is rondom de koningin voortdurend een groep verzorgende werkbijen aanwezig , de hofstaat. Dit “verzorgen” bestaat onder andere uit het wassen en voeden van de koningin. De levensduur van een koningin is maximaal zo’n 5 jaar, maar meestal zal ze eerder worden vervangen; door de imker of door de werkbijen zelf. De werkbijen zullen dat doen zodra de koningin slechter gaat presteren.
Dar
De dar is een mannetjes bij. De belangrijkste taak is het paren met een jonge koningin bij een ander volk. (om inteelt te voorkomen) Minder bekend is de bijdrage van de dar aan de kolonie met het helpen bij de temperatuurregeling. Wanneer de temperatuur te laag wordt, gaan de darren en de werkbijen warmte genereren door te trillen, en wanneer de temperatuur te hoog wordt, gaan de darren en de werkbijen met de vleugels wapperen ter ventilatie. De dar haalt geen honing, geen stuifmeel, voert geen larven en bouwt geen raat. Hij laat zich voeren door de werkbijen. In het najaar worden de darren verstoten uit de kast om voedsel te sparen.
Werksterbij
Ook wel werkster genoemd is de ijverige onvruchtbare bij die vanaf haar geboorte als huisbij achtereenvolgens verschillende taken op zich neemt, eerst is ze schoonmaakster, daarna voedster, cellenbouwer en portier. De laatste 3 weken van haar bestaan besteedt ze om water, propolis (voor het bekleden van de bijenkast aan de binnenkant), nectar en stuifmeel te halen. We noemen haar dan haalbij. De lente- en zomerbijen worden door hun drukke bezigheden amper 6 weken oud. De najaarsbijen die het rustiger aan kunnen doen gaan mee tot maart-april van de volgende lente.
Honingraat
Ook wel bijenraat genoemd, bestaat uit zeshoekige cellen en bevindt zich in de bijenkast. De raten zijn gemaakt van bijenwas. De werkbijen (dus niet de darren of de koningin) vormen de cellen met hun bovenkaken en poten en onderhouden ze zorgvuldig. De was maken ze met hun wasklieren. De cellen in de raat dienen als kraamkamer of voor opslag van stuifmeel en honing. Wanneer ze vol zijn, sluiten de bijen hen af met een dekseltje. De zeshoekige vorm van de cellen is de meest efficiëntste vorm, die de minste was gebruikt en toch sterk is. Door de zeshoeken hebben de bijen dus de meeste ruimte om honing op te slaan en ze sparen energie bij de wasproductie. Was is voor de bijen “duur”: de productie van 1 kilo was kost 4-6 kilo honing aan energie.
Honing
Honing ontstaat als honingbijen nectar uit bloemen verzamelen en deze vervolgens omzetten. De nectar wordt zowel door toevoegen van enzymen (afkomstig uit maag van honingbijen) als door indikking door verdamping omgezet naar honing. De kleur en de smaak van honing wordt grotendeels bepaald door de oorsprong van de nectar (honing van de paardenbloem smaakt anders dan die van bijvoorbeeld de linde). De honingbijen produceren honing als reservevoedsel voor de winter. De imker haalt raten met honing uit de bijenkast en slingert deze in een centrifuge waardoor de honing vrij komt. Daarbij laat hij altijd voldoende honing over zodat de bijen de winter overleven. Dit is geen garantie en daarom voert de imker de bijen suikerwater, welke door de bijen wordt opgeslagen voor de winter.
Informatie volgt
Langs dit paadje vindt u enkele elzen. De els is een zeer snel groeiende boom die vooral voorkomt op natte gronden. Hij kan er goed tegen om in het water te staan. Hij groeit dan ook makkelijk langs slootkanten. Elzenhout is zacht hout met een rustige nerf en een rossige (zwarte els) of lichtbruin/gele (grauwe els) kleur. Het is ideaal voor houtsnijwerk, zowel voor kunstwerken als ook voor gebruiksvoorwerpen zoals houten lepels en schalen. Aan de buitenlucht is het hout niet bijzonder duurzaam, maar onder water is het vrijwel onbeperkt houdbaar. Elzen funderingspalen werden daarom vroeger onder andere onder Amsterdam gebruikt.
In dit bosje heeft u grote kans om een roofvogel te spotten. De buizerd is hier een zeer frequente gast. Hij wordt vaak achternagezeten door eksters, kijk maar eens goed om u heen.
In de wilde begroeiing bevinden zich schuilplaatsen voor veel dieren zoals konijnen, hazen, egels, padden en kikkers. De begroeiing in dit gedeelte van de tuin is wat wilder. U treft er brandnetel, zevenblad, braam, europese berenklauw, kleefkruid en zevenblad. Niet voor iedereen een plant die je graag in de tuin zou willen hebben. Toch zijn ze zelfs allemaal eetbaar en beschikken ze over geneeskrachtige eigenschappen.
In de hoteltuin zijn vijvers aangelegd. Deze vijvers dienen als watervoorraad voor de gehele tuin. Middels een drainagesysteem loopt al het overtollige grondwater uit de tuin zo de grote vijver in. Door een pomp gebruiken we dit water weer op andere plekken in de tuin. Bijvoorbeeld in de borders van het hotel en om de moestuin van water te voorzien. We gebruiken dus geen drinkwater.
Aan de oevers van onze vijver zijn speciale oevermengsels ingezaaid met soorten zoals kattenstaart, gele lis, watermunt, dagkoekoeksbloem, ratelaar, dotterbloem, moerasspirea en vele andere.
In de grote vijver staan ook broedmanden voor eenden. Er zwemmen niet alleen eenden, maar ook meerkoeten, waterhoentjes en natuurlijk vissen. Vissen vestigen zich vanzelf in een vijver. Visseneitjes blijven namelijk aan de poten van watervogels kleven en komen pas weer los in een andere vijver.
Als u langs de vijvers loopt komt u langs diverse rode en gele wilgen.
Een knotwilg is een wilgenboom (Salix) die meestal op 1,5 tot 2 meter hoogte wordt geknot. Zo ontstaan in de loop van de jaren de karakteristieke bomen die veel langs sloten en waterkanten te vinden zijn in Nederland. De wilg is een boom die snel groeit. Om te voorkomen dat de takken te zwaar worden en de wilg inscheurt of omvalt moet je regelmatig blijven knotten. Daarbij hou je de wilgenknot ook in stand als je elke paar jaar blijft snoeien.
De knotwilg is ook een goede plek voor vogels en andere dieren die er beschutting vinden of zelfs broeden. Wilgen zijn voor insecten een belangrijke eerste leverancier van stuifmeel. Omdat ze bloeien in het vroege voorjaar. Met name diverse solitaire bijen zijn afhankelijk van bloeiende wilgen. Ook onze honingbijen vliegen graag op wilgen om er voedsel te halen. Om te zorgen dat er voldoende voedsel is knotten we de wilgen om en om. Het ene jaar wel en het andere jaar niet.
In dit bos is er ruimte voor verschillende soorten bomen. U treft er bijvoorbeeld berk, wilg, vogelkers, hulst, vuilboom, kamperfoelie, gelderse roos, lariks, beuk, spar en den.
Ook hangen er diverse nestkasten voor vogels. Aan de rand van het bos is zelfs een grote uilenkast gemonteerd. In de onderbegroeiing van het bos treft u allemaal wilde planten. Brandnetel, dovenetel, hedera, braam, look-zonder-look en fluitenkruid. Maar dat niet alleen. In het bos groeit zelfs de wespenorchis. Een wilde orchideeën soort. Kunt u hem vinden? Hij bloeit in de maanden juni en juli.
Het hout wat we verzagen in het bos laten we liggen of stapelen we op tot een kleine houtwal. Dit biedt een nuttige schuilplaats en voedsel voor verschillende soorten dieren en insecten. Dood hout biedt de natuur zichtbaar en onzichtbaar meerwaarde. Zichtbaar zijn paddenstoelen en spechten, maar minstens even belangrijk zijn de vele kevers en andere insecten die leven in dode bomen. Zij vormen op hun beurt voedsel voor vogels en zoogdieren. Er wonen aardig wat eekhoorns in ons bos.
Er hangen diverse nestkasten in het bos voor de bosuil, boomklevers, pimpelmezen etc. U kunt in het bos diverse vogels tegenkomen. Denk aan de roodborst, duif, bosmerel, pimpelmees, vlaamse gaai, winterkoninkje en boomklevers. Er is een enthousiaste groep vrijwilligers van de vogelwerkgroep Apeldoorn in de tuin actief die vogeltellingen uitvoert. Dat vinden wij erg waardevol.